“Echt jongen ik kap ermee. Hou gewoon je mond. Je ziet toch dat ik niet harder kan slaan. Wat een fakking klotezooi.” De metalen hamer in mijn hand wordt steeds zwaarder. Met elke klap op de tractorband voel ik de kracht minder worden. Ik probeer me te concentreren. Waarop? Niets eigenlijk. Ik hoop dat de drie aftel-piepjes zo afgaan. Ik ben geïrriteerd en niet zo’n beetje ook. Mijn trainer staat namelijk op een meter afstand tegen me te gillen dat ik best nog een tandje harder kan. “Kom op Ang, maak je nou eens kwaad.” Nou dat ben ik. “Verdomme Leroy hou nou eens je mond!” Oeps..
In een eerdere blog schreef ik al over mijn eerste Bootcamp. Dat is inmiddels drie jaar geleden. In die drie jaar heb ik zoveel gevloekt. Een bootwerker zou nog wat kunnen leren van wat er uit mijn mond komt op een willekeurige zaterdagochtend. De trainer heeft ook al mijn emoties al een keer meegemaakt. Ik kan namelijk gerust zeggen dat bootcamp het meest confronterende is dat ik ooit gedaan heb. Alles dat ik meemaak op een doordeweekse dag komt er op zaterdag uit. Spanningen van projecten, vastlopen met schrijven, mijn drive om alles goed te willen doen en soms zelfs perfect.
Boom boom boom!
“Ik kan het niet.” Hoe vaak heb ik dat al gedacht tijdens de Bootcamp? Al duizend keer. Minimaal. “Ik ga die tijd niet redden, ik kan niet harder. Hoe bedoel je, klim die bunker op? 75 pushups? Hoe dan? Zwemmen? Weet je, stik erin. Ik doe het niet”. Hoe vaak ik koppig ben weggelopen? Ook wel duizend keer. Watje dat ik ben, want ik kom altijd mokkend terug.
Wat een hel. En toch. Elke zaterdagochtend trek ik mijn vertrapte schoenen en mijn sportbroek met gaten aan. Stap ik op mijn fiets en haast me naar de sportschool. Weet je waarom?
Het moment dat ik die smile van Leroy zie die aan de balie staat is master. Het verontrustende plezier dat hij uitstraalt, want hij heeft weer een training bedacht waarmee hij onze grenzen verlegd. De creativiteit die hij heeft. Geen enkele les is hetzelfde. Hardlopen, bunkers beklimmen, touwtrekken, sneeuwbal-gevechten. Alles doen we. Je weet nooit wat voor idioots we vandaag weer gaan doen. Je kan zomaar op z’n kop in een boom hangen, omdat Leroy “boom boom boom!” roept. Mensen verklaren me voor gek als ze horen wat ik voor m’n plezier doe. “Dat is niets voor mij zeggen ze”. Maar iedereen kan dit.
Gewoon doen
Ik ben van nature een schijtert en een jankerd. Ze zeggen weleens van mensen: hard van buiten, zacht van binnen. Nou bij mij is het dus andersom. Ik jank het hardst dat ik niet durf. En ik durfde veel niet toen ik met bootcamp begon. Jankend beklom ik een klimrek alsof het de fakking Himalaya was. Een paar maanden later was het een 4 meter hoge muur bij de MudMasters (jankend), een jaar later tokkelde ik jankend op een hoogte van…? Weet ik veel, in ieder geval erg hoog. En een paar weken geleden beklom ik zonder hulp een hoge muur. Dat vond ik zo leuk dat ik het daarna nog drie keer deed. Dus ik jank wel en ik roep heel hard dat ik bang ben. Dat ben ik ook echt. Maar van binnen ben ik oersterk en de Bootcamp heeft me nog sterker gemaakt. Ik laat me niet meer tegenhouden door angst en ‘kan ik niet’- gedachtes. Dan maar met angst en ‘kan ik niet’-gedachtes afzien.
Laat je niet leiden door “kan ik niet”. Je denkt misschien dat je niet fit genoeg bent voor een sport, niet slim genoeg voor die opleiding, of niet goed genoeg in je werk. Of nog erger, niet goed genoeg als ouder, partner, of whatever. Als je je laat weerhouden door je angst en nooit op je bek gaat, mis je veel momenten die het leven leuk maken. Je leert weinig nieuwe dingen en mist kansen om nieuwe mensen te ontmoeten. Je weet vast dat je het meeste spijt krijgt van de dingen die je niet hebt gedaan. Je kunt het wel, gewoon doen. Zet een eerste stap en kijk daarna verder.
De Bootcamp-groep
De andere reden dat ik elke week Bootcamp, is de groep. Van hen leerde ik onderdeel te zijn van een team en dat ik toch mezelf kan blijven. Ik hoor erbij. Ook op de dagen dat ik niet op m’n best ben. Je sleept elkaar er doorheen. Het maakt niet uit of het je eerste training is of dat je samen bij een obstacle run bent. Je doet het samen. Loop je achteraan dan wordt je opgehaald. Misschien voel je je dan een kneus of een last voor de groep (been there).
Dat ben je niet. Suck it up. Dan zorg je er maar voor dat je beter wordt en niet meer achteraan loopt. De drie piepjes telden weer af voor de volgende ronde. Natuurlijk, ronde twee. Ik maakte me boos, tilde de hamer boven mijn hoofd en ramde de longen uit mijn lijf. Leroy stond weer naast me te gillen. Gelukkig maar, want dat geeft net dat extra zetje dat maakt dat het je toch lukt.
Personal training proberen? Bij ALL INN Fitness bieden ze personal training Utrecht